Oom Albert:
Ik lach zo graag, lang en veel en vaak.
Ik lach zo graag, 't is minstens tweemaal daags raak.
Hoe meer ik lach, hoe groter mijn plezier,
Hoe meer plezier, hoe meer ik van malligheid gier.
Hoe meer ik van meligheid gier

Mary Poppins:
Soms lachen mensen heel neuzig,
Een soort van gemompel als dit.

Soms lacht een man door z'n tanden ja heus
Sissend en vres'lijk nerveus.

Bert:
Soms lacht men zacht, soms ook met kracht
Een ander die tjilpt als een mus.
Dan nog een soort dat niet helemaal spoort.

Bert en oom Albert:
Is een voorval erg geinig dan hou ik het niet in
En ik zwier met zwieper omhoog
Dan roep ik wel ho, met een ho-ho-ho en ik proest.

We lachen graag, luid en lang en veel.
We lachen graag, zomaar 's uit het gareel.
Hoe meer je lacht, hoe groter 't plezier.
Hoe meer plezier, hoe meer je meligheid giert!