De Walrus En De Timmerman

Tweedle-Dee en Tweedle-Dum:
De zon scheen lekker op de zee
Ze scheen uit alle macht
Ze deed haar best op het natte strand
Toen werd dat warm en zacht
En dat is gek omdat het was
In het midden van de nacht

De walrus en de timmerman
Die liepen hand in hand
Het strand lag lekker alles fijn
Maar veel te vol met zand

Heer Walrus, zei de timmerman
Dat vind ik wel wat sterk
Trek wat ter hand
Veeg op dat zand
Als u niet geeft voor werk

Werk? Werk?
Het is nou de tijd, zo zei de bul
Voor heel wat ander spul
Van schoenen, schepen, zegellak
Van boerenkool met worst
Waarom de zee zo kokend is
Een varken altijd morst
Kallo kallei
Geen werk voor mij
Voor vaderland en vorst

Oesters, kom en wandel mee
Het weer is warm en fijn
Een praatje hier
Een grappie daar
Dat wordt een woordfestijn

Ja, en krijgen we honger onderweg
Dan bikken we de rest fijn

Maar moeder Oester gaf een wenk
En schudde het zware hoofd
Omdat te vroeg uit het oesterbed
Aan niemand goeds belooft
De zee is goed
Toe, wees nou zoet
En blijf maar hier, zei ma

Het is nou de tijd, vriendinnetjes
Voor heel wat ander spul
Van schoenen, schepen, zegellak
Van boerenkool met worst
Waarom de zee zo kokend is
Een varken altijd morst
Kallo kallee
Kom ga maar mee
Voor vaderland en vorst

Ik praat nog alleen, vriendinnetjes
Van eten duur en fijn

Wat peper, zout en mosterdzaad
En wat er meer mag zijn
We maken ervan dan heel rap
Een sausie, fijn pikant
Kallo kallei
Dan bikken wij
Voor vorst en vaderland

Ik pleng een traan
O, excuseer!
Een prop schiet in mijn keel
De eer was helemaal aan mij
Dat zegt toch wel heel veel

Lieve oesters, lieve oesters
Maar antwoord kwam er geen
En dat was eigenlijk ook niet raar
Opgegeten, een voor een
Het is nou de tijd

Voor vaderland en vorst