Al Die Kommer En Kwel

Ursula:
In 't verleden was ik niet bepaalt een doetje.
Heel begrijpelijk werd ik vaak een heks genoemd.
Maar ik heb gedecideerd, op een dag mezelf bekeerd,
En heb me met m'n nieuw bestaan verzoend.
Toch? Ja.

Kijk met toveren ben ik tamelijk behendig
't Is een gave die ik altijd al bezat
En de laatste tijd besteed ik mijn zorgen aan dat leed.
Voor die stakkers heb ik steeds een zwak gehad.
Wat zielig!

Wat een kommer en kwel
Zo triest, zo gemeen
Deze wild graag wat dunner
Die daar smachtte naar een vrouw
En bied ik hulp aan? Ja, meteen!

O, wat een kommer en kwel
Wat rot. Wat een sof
Ze verschijnen op m'n spreekuur
Smeekend:  Help toch alsjeblieft
En bied ik hulp aan? Nou en of

Maar soms kreeg een arme klant
De betaling niet tot stand
En mijn methodes zijn dan niet zo erg subtiel
Klachten kreeg ik niet zo snel
Want ik geef heel m n hart en ziel
Aan al die kommer en kwel

De mannen daar zijn niet gesteld op praatjes.
Een vrouw die roddelt vinden zij een zwets!
Op het land is men gewend dat een vrouw zwijgt als decent
En bovendien je hebt toch niks aan dat geklets!
Nou dan!

Die mannen houden niet van conversaties
Een echte heer vermijdt dat als ie kan
Maar ze vallen bijna flauw voor zo'n schone stille vrouw
Dus iemand die z' n mond houdt krijgt een man

Kom maar met al je kommer en kwel
Ga je gang, kies maar voor hem!
Laat me niet zo op je wachten, 
Want ik heb nog veel te doen.
Ik vraag niet veel, alleen jouw stem

Jij met je kommer en kwel,
't Is triest, maar waar! 
Als je echt zo graag naar boven wilt dan tal je geen moment,
Pak die pen en zet je naam hier onderaan dit document.

't Is voor de bakker, want ik heb 'r.
Die meid zegt nu vaarwel,
Aan al die kommer en kwel!