De Janssens:
Hier is het bewijs van koop, echt waar,
Er staat hij behoort ons toe!

Zonen Janssen:
We kochten hem verleden jaar,
En wij zwaaien nu de roe.

Vader Janssen:
Kijk hier, lees de woorden maar,
Waarvoor ik me heus nooit schaam,

Allen:
Hier is het bewijs van koop echt waar,

Moeder Janssen:
Met duidelijk Peters naam!

Nora (en de Jannsens):
Hou je van hem (hij moet boeten),
Nee, je haat hem (Peter poetst onze schoenen),
Jullie braken tot nu toe alleen zijn hart (moet zaaien, moet maaien en wel direct, versta je),
Je misbruikt hem (ruimt zoveel rotzooi als we willen),
En dat fluit hem, (en gehoorzaamt onze grillen),
Kijk uit of ik neem jou apart! (dat moet je eens proberen)

Allen:
Hier is het bewijs van koop echt waar,
Er staat hij behoort ons toe!
Dat wat jij wil, speel jij nooit klaar,
Dus schreeuw maar, je maakt je moe.

Nora:
Ga weg, neem de benen, want straks is het te laat!
Kom jongens, harder roeien!

Allen:
We hebben z'n koopbewijs erbij.
We hebben z'n koopbewijs erbij.
We hebben z'n koopbewijs erbij.

Moeder Janssen:
Kijk hier!
Kijk hier!